De narcismineervlieg behoort tot de strontvliegen en is bekend onder de wetenschappelijke naam
Norellia spinipes (Mg). De vlieg komt in heel Nederland en omringende Noord-Europese landen algemeen voor. Aantasting van narcissen komt vooral voor op beschutte percelen, in de buurt van bos- en duinranden.
|
Foto 1 volwassen narcismineervlieg |
In het voorjaar legt het volwassen vrouwtje haar ei aan de voet van de narcisplant in het buitenste blad. De larve vreet daarna gangen in het ondergrondse bladdeel waardoor mineergangen ontstaan en het buitenste blad afsterft en vergeelt. Bladeren zonder larf blijven groen.
|
Foto 2 narcisplant met afstervende, vergelende bladeren door aantasting van narcismineervlieg larven |
De volgroeide vlieglarve verpopt zich aan het einde van de mineergang, dit kan de bolneus zijn. In de zomer, nog voordat de bollen worden gerooid zijn de vliegen meestal ontpopt en gevlogen.
Economische schade veroorzaakt deze aantasting niet of nauwelijks. De bollen groeien wellicht iets minder dik door de vervroegde afsterving van de buitenste bladeren. Op de bolneus zijn soms restanten van een mineergangen en verpoppingsplaatsen zichtbaar.
|
Foto 3 narcismineervlieg larve |
|
Foto 4 op narcis bolneus einde van de mineergang en verpoppingsplaats narcismineervlieg larve |
|
Foto 5 narcismineervlieg pop na uitvliegen |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten